Skelet: Dag zombie! Zombie: Dag skelet! Skelet: Hoeveel bewoners heb jij gegeten? Zombie: Vier! Door de golem. Creeper: Ik ook, ik heb een probleem met de golem.Maar ik heb hem bijna gedood. Skelet: Niet leuk! Zombie: Ja, het is jammer. Skelet: Het is nacht. Wij gaan een dorp aanvallen. Creeper: Let op! Raak mij niet aan of ik ontplof! Zombie: Allez, wij vertrekken. Creeper: pppppcccccccchhhhhhhhh BOEM! Tekst: Loenn Felix Solal
Een kat speelt met een hond. De hond is gevallen. De hond heeft pijn. De kat helpt de kat om recht te staan. Twee minuten later beweegt de gevallen kat niet meer. De hond panikeert. De hond telefoneert maar de ambulance. Een ambulance komt. De kat is dood zegt de dokter. De hond is triestig. De hond heeft geen vrienden. Twee dagen later. De hond wordt vrienden met de olifant. De hond is blij. De …
De vader van Klapi eet een paard in oktober met Klapi. De moeder van Klapi is bij zijn vriend. Klapi gaat slapen in zijn bed. Klapi slaapt goed. De vader van Klapi is heel ziek. Klapi belt de ambulance. De ambulance komt en neemt de vader van Klapi mee naar het hospitaal. Klapi is triest. Klapi gaat naar het hospitaal met zijn vader. 1 jaar later De vader van Klapi is niet ziek. Klapi is …
Een heel mooi varken helpt een nijlpaard met eten. varken: Eet. nijlpaard: Ik heb geen honger. varken: Waarom? nijlpaard: Ik ben moe. varken: wel ga dan slapen. nijlpaard: Waar is mijn pyjama? varken: In de kast. nijlpaard: OK. Slaapwel. Tot morgen! varken: Slaapwel! Loenn
